Op maandag 14 oktober heeft Ronald van Vierzen een lezing gehouden in onze loge, met als onderwerp: De Gulden Snede en het begrip Oneindig
De Gulden Snede is een bijzondere meetkundige verhouding die op vele gebieden voorkomt. Een lijn van A naar C wordt op punt B ‘gesneden’ in een bepaalde wetmatige verhouding. Het kleinere deel verhoudt zich tot het grotere als 1:1,618 , ofwel 1 staat tot de Griekse letter Phi. Maar ook het grotere deel A-B verhoudt zich tot de hele lijn als 1:Phi.
Op veel schilderijen kan je ‘gulden rechthoeken’ vinden. Seurat en ook Mondriaan gebruikten de Gulden Snede, al of niet bewust en in de renaissancetijd pasten Leonardo da Vinci, Michelangelo, Rafael en andere kunstenaars het veelvuldig toe.
Men kan het terugvinden in de Notre Dame in Parijs en het Parthenon in Athene. Zelfs de Piramiden van Cheops zijn gebouwd in de verhouding van de Gulden Snede. Ook in het menselijk lichaam, gezicht, handen, armen, zijn deze verhoudingen te vinden.
Dat wij nog steeds zo geïnteresseerd zijn in kunst uit het verleden komt misschien wel door de gulden snede. Daardoor ontstaat harmonie en schoonheid. Waar haalden de oude meesters die kennis vandaan? In de Griekse tijd waren diverse mysteriescholen waar wiskundige verhoudingen werden onderzocht. Na jarenlange studie kon men geestelijk ingewijd worden.
Pythagoras stelde: ‘de grondslag van alle dingen is te vinden in getallen, figuren en getalsverhoudingen, waarvan je de maatgeving moet onderzoeken langs mathematische weg’. Hij zegt dus eigenlijk al dat de oorsprong/grondslag is te vinden in de geestelijke wereld en uitdrukking is van de geestelijke wereld. Dat moesten de leerlingen ook in zichzelf onderzoeken en vinden; dan pas konden ze het waarnemen en de diepere zin ervan begrijpen. De schepping in de stof is dus een deel (afsplitsing) van de alles omvattende geestelijke wereld.
Overal kunnen we de verhouding het kleine tot het grote en het grote tot het totaal terugvinden. Het is bijzonder dat het getal Phi 1,618 eigenlijk veel langer is, eindeloos veel cijfers achter de komma heeft. Het is dus niet exact weer te geven, tot frustratie van veel wetenschappers. Datzelfde geldt voor het getal Pi, 3,14….., de verhouding middellijn tot cirkel. De geest drukt zich uit in de stof, maar laat zich er niet in vastleggen! De schepping is de neerslag van de goddelijke harmonie.
Na de pauze kwam het begrip oneindig aan de orde. Via sinus, cosinus en tangens, cirkel en diverse gradenberekeningen bleek dat het begrip oneindig een onjuiste term is. Het bestaat niet in de fysieke wereld; is eigenlijk een vertaling van de onstoffelijke geestelijke wereld. In wat genoemd wordt het middernachtelijk uur, kijkt men terug op het vorige leven en trekt daaruit conclusies voor het volgende leven; iets wat in de christelijk wereld was afgeschaft: er is wel een hiernamaals, maar niet een ‘hiervoormaals’.
Een bijzondere en boeiende avond, waarover we nog lang niet uitgepraat zijn, zoals bleek uit de vragen aan het eind van de avond. Reuze bedankt Ronald!